Het Passeiertal is een van de meest authentieke dalen van Zuid-Tirol, met een zeer afwisselend landschap. De geboortegrond van de beroemde Tiroler vrijheidsstrijder Andreas Hofer strekt zich uit tussen de Ötztaler en Sarntaler Alpen, zo’n 50 kilometer ten noorden van Meran. Het Vorderpasseier-deel van het dal kent een mediterraan klimaat. Hier gedijen wijnstokken en fruitbomen. In de wat meer ongerepte Hinterpasseier hebben de temperaturen en weersomstandigheden een alpine karakter. 

De boeren leven er van de veeteelt. In het hele dal liggen zo’n 50 almen (alpenweiden), te midden van uitgestrekte velden met alpenrozen. Liefhebbers van bergen kunnen kiezen tussen eenvoudige, gemoedelijke wandelingen, tochten in het hooggebergte maar ook regelrechte beklimmingen.
Het landelijke gebied heeft een veelheid aan mogelijkheden voor een vakantie op de boerderij. In de kleinste gemeente van Zuid-Tirol, Kuens, staan vakantiewoningen, net als in Moos, Riffian, St. Leonhard en de grotere gemeente St. Martin. 

Tussen klederdracht en ‘Goaßln’
Op de steile hellingen van het Passeiertal leven en werken nog steeds veel boeren. Vroeger werd het hooi veelal binnengehaald met behulp van windassen die met waterkracht werden aangedreven. Tegenwoordig hebben de mensen het boven iets makkelijker. Bijna overal zijn tegenwoordig paden die met de tractor kunnen worden bereden. Er wordt echter nog steeds vaak met de hand gemaaid en sommige boeren zijn aangewezen op een goederenkabelbaan om hun melk naar het dal te vervoeren. Bij een vakantie op de boerderij in het Passeiertal is het dagelijkse leven van de bergboeren ‘live’ te volgen. Vaak treft men hier nog de langharige Passeier berggeiten aan, die eeuwenlang het beeld van de Zuid-Tiroler Dolomieten hebben bepaald, en tegenwoordig steeds meer worden vervangen door hun kortharige soortgenoten. 
Dat de mensen hier nog steeds sterk met de tradities verbonden zijn, blijkt uit de vele oude gebruiken die in ere worden gehouden. Op dorpsfeesten en kerkdagen meten de jonge mannen hun krachten bij het ‘Ranggeln’, een traditionele alpine vechtsport, en ook het ‘Goaßlschnölln’ wordt nog steeds bedreven. Met het knallen van de zweep, de ‘Goaßln’, werd vroeger communicatie bedreven tussen de verschillende almhutten. Tegenwoordig wordt dit meestal alleen nog gedaan bij bijzondere gelegenheden, zoals bruiloften of de ‘Almabtrieb’ in de herfst. Hierbij worden de koeien versierd met kransen en zware bellen als ze terugkeren naar het dal.
Op kerkelijke en andere feestdagen dragen veel inwoners nog steeds hun traditionele kleding, vooral muzikanten, schutterijvereniging en de Schneeberger Knappen (mijnwerkersvereniging).
Wie kiest voor een vakantiewoning of een kamer in het Passeiertal kan rondleidingen krijgen van boerderij naar boerderij en langs allerlei bezienswaardigheden, zoals het Tractormusuem in Kuens, het Museum Passeier in St. Leonhard, het Heimatmuseum in St. Martin of de historische ‘Schildhöfe’ (boerderijen).

Burchtachtige boerderijen 
De meeste boerenhoeven zijn van hout gemaakt en bieden een bescheiden aanblik. Des te opvallender zijn enkele burcht-achtige bouwwerken, met klimops, oude zonnewijzers of fresco’s aan de muren. Deze ‘Schildhöfe’ zijn uniek in heel Zuid-Tirol. Het waren de woonhuizen van boeren die in de middeleeuwen voor hun krijgsdienst bijzondere privileges hadden gekregen. In de 14de eeuw werden de elf Schildhof-boeren voor de rest van hun leven gevrijwaard van  belastingen en andere lasten. In ruil daarvoor moesten ze de landsheren dienen en hen terzijde staan bij veldslagen. Ze werden verheven tot ‘Schildherren’ en hoorden voortaan bij de lagere adel. Een mooie rondweg verbindt deze historische hoeven.

Wandelen, raften en paragliden
Hoewel vakantiewoningen in het Passeiertal bijzonder populair zijn onder mensen die rust zoeken, is er ook van alles te beleven voor de fanatieke, en minder fanatieke sporters – en hierbij is er voor elk wat wils. In alle plaatsen liggen gevarieerde wandelpaden voor het hele gezin. Geoefende bergbeklimmers wagen zich aan tochten in de Sarntaler en Ötztaler Alpen, en in het Natuurpark Texelgruppe, dat met zijn 33.000 hectare het grootste beschermde natuurgebied van Zuid-Tirol is. Hier loopt men door de ongerepte natuur naar het bergmerengebied Spronser Seenplatte. Maar ook het bedwingen van bergen hoger dan 3000 meter behoort tot de mogelijkheden, zoals de Roteck en de Hohe Weiße.
En wie van een beetje actie houdt, geeft zich over aan paragliding, kajakken of canyoning in de schitterende kloven bij de rivier de Passer. Bij het rafting vaart men met bevoegde gidsen in rubberboten door stroomversnellingen en langs watervallen. En voor liefhebbers van de golfsport is er een 18-hole-baan met een fraai uitzicht.
In de winter wordt de grond van Hinterpasseier bedekt door een dikke laag sneeuw. Dan is het vakantie-adres het beginpunt voor sneeuwschoenwandelingen en ski-tochten door het hele Passeiertal, of voor een dagje skiën in het autovrije en gezinsvriendelijke skigebied in Pfelders in Moos. Daar staat ook een van de grootste ijskliminstallaties van Europa. En voor langlaufers is er de hoog gewaardeerde, rustig ‘loipe’ in St. Leonhard.

De pluspunten van een vakantie op de boerderij in de Passeiertal:

• Talloze sportieve mogelijkheden: rafting, golfen, wandelen
• Ideaal voor zowel een zomer- als wintervakantie 
• Schildboerderijen vertellen over lang vervlogen tijden