Authentieke boerderijen, groene alpenweiden en heldere bergmeren kenmerken het Ulten-dal. Het zijdal ligt in de buurt van Meran in Zuid-Tirol. Het loopt ongeveer 40 kilometer van Lana in het zuidwesten tot aan de alpiene bovenloop van de Falschauer bij het Weißbrunn-meer. Het ongerepte bergdal wordt omlijst door de Ortler-groep. Op de berghellingen groeien uitgestrekte dennen-, sparren- en lariksbossen. In het dal van Ulten liggen vijf dorpen: St. Pankraz, St. Walburg, St. Nikolaus, St. Gertraud en Kuppelwies.

Ontspanning en recreatie

Voor wie de bergen van het dal van Ulten en hun ongerepte natuur wil beleven, zijn er in de zomer talrijke gemarkeerde wandelroutes in het wandelgebied Schwemmalm en in de winter 25 kilometer sneeuwzekere pistes om te skiën en snowboarden. Voor verfrissingen kunnen hongerige gasten terecht in een van de vele berghutten. Wie hoog wil gaan, is in goede handen in het achterste Ultental, in het Nationaal Park Stilfserjoch. Daar leiden uitdagende hoogtetochten van de schilderachtige Weißbrunnsee naar de bergtoppen op meer dan 3.000 meter hoogte.

Als je echter op zoek bent naar ontspanning, mag je een boerderijvakantie in het Ultendal niet missen. Als een van de meest waterrijke dalen van Zuid-Tirol herbergt het Ultendal ongeveer 44 meren en traditionele geneeskrachtige bronnen. De indrukwekkende Hartungen-waterval in St. Nikolaus is ook een bezoek waard. Het is slechts een paar minuten lopen naar de bijna 1000 jaar oude en meer dan 30 meter hoge oerlariksen. Tussen St. Pankraz en St. Walburg liggen de vier zogenaamde Ultner Badlen: Mitterbad, Bad Lad, Lotterbad en Überwasser. De traditie van de boerenbaden in het Alpengebied gaat eeuwen terug. Badkuren in de mineraalrijke bronnen moesten kwalen zoals reuma verlichten. De kuuroorden ontwikkelden zich tot belangrijke ontmoetingsplaatsen voor de boerenbevolking. Maar ook keizerin Sissi vertrouwde op de geneeskrachtige werking van deze boerenbaden en bezocht de baden van Ulten.

Natuur en traditie

Veel inwoners van het Ulten-dal leven nog steeds van de landbouw, houden dieren en verbouwen groenten en kruiden. Wie kiest voor een vakantiewoning of een kamer in het Ultental ervaart de natuur, de gebruiken en de traditie van dichtbij. Het Dalmuseum St. Nikolaus bijvoorbeeld laat zien hoe het traditionele boerenleven er vroeger uitzag. De eeuwenoude Lahnersäge in St. Gertraud daarentegen, waar boeren tot enkele tientallen jaren geleden hun hout brachten, is nu een bezoekerscentrum van het Nationaal Park Stilfserjoch. Inzichten in het hedendaagse boerenwerk worden geboden door de wolspinnerij Bergauf in Kuppelwies. Daar maken boerinnen met de hand fijne vilt- en wolproducten.

Elk jaar in juli nodigt het dal je uit voor de Ultner Höfelauf. Het startpunt van de hardloopwedstrijd is het dorpje Kuppelwies. Daarvandaan beginnen verschillende routes. Het ruim 17 kilometer lange klassieke parcours voert langs oude boerderijen naar St. Gertraud, naar de oerlariksen en eindigt weer in Kuppelwies. De veel kortere populaire volksloop omcirkelt het Zoggler stuwmeer in totaal acht kilometer en voert van Kuppelwies naar St. Walburg en weer terug. Beide routes hebben één ding gemeen: een fantastisch bergdecor midden in een van de meest ongerepte dalen van Zuid-Tirol. De Ultner Höfelauf wordt niet voor niets een hartloopwedstrijd voor fijnproevers genoemd. Na het hardlopen bieden verschillende kraampjes heerlijke producten uit het Ultental aan. Het culinaire randprogramma, samen met een breed scala aan activiteiten voor kinderen, maakt de loop tot een volksfeest voor fijnproevers en sportliefhebbers.