De winter verdrijven met vuur is vanouds een grote traditie in de Alpen.
Het Scheibenschlagen is een van de oudste gebruiken, eerst heidens en later gekerstend, en nergens zo levendig als in de Obervinschgau. De eerste zondag van de vastentijd is het "Funkensonntag". Tegen het vallen van de avond, na het klokkenluiden, gaan de "Scheibenschläger" (schijvenslingeraars) naar de vuurplaats op een heuvel. In een vuur onder een brandend strokruis worden de houten schijven, zo groot als de palm van een hand en met een gat in het midden, gloeiend heet gemaakt en daarna ver de winterhemel ingeslingerd. De "vliegende schotels" gaan de lucht in onder het opzeggen van traditionele spreuken en wensen. Dit gebruik is bedoeld om de demonen van kou en duisternis te verdrijven en de komst van de lente in te luiden.