Net als op veel plekken in het dal drukken de appelweiden een groot stempel op het landschap, maar daarnaast speelt ook de wijnbouw een belangrijke rol. De gemeente beschikt over het grootste wijnbouwgebied van Vinschgau. Vooral op de steile hellingen van Sonnenberg gedijen de wijnstokken uitstekend. Naast Riesling en Blauburgunder worden hier ook authentieke Zuid-Tiroler wijnen gekelderd: Vernatsch, Lagrein, Gewürztraminer en Fraueler. 

Het ‘mooie slot’
Wie vanuit zijn of haar vakantiewoning of kamer in Kastelbell het dorp bekijkt, begrijpt meteen waaraan de plaats zijn naam te danken heeft. Aan de dorpsingang in het westen prijkt op een rotsmassa aan de linkeroever van de Etsch het kasteel Kastelbell, ofwel ‘het mooie slot’ (de letterlijke betekenis van de naam Kastelbell), en daar is geen woord van gelogen. De middeleeuwse burcht, die in 1238 voor het eerste werd vermeld in een document, kan van april tot eind oktober worden bezocht. Tijdens een rondleiding hoort de bezoeker over de geschiedenis van de bouw en over de adellijke familie Hendl. De laatste gravin, Elvira genaamd, woonde tot haar dood in 1998 in het slot. Een magneet voor kunstliefhebbers zijn twee jaarlijkse tentoonstellingen waarbij de oude muren als achtergrond dienen voor het werk van gerenommeerde kunstenaars.

Naar Schloss Juval
Een stuk verderop ligt het niet minder imposante kasteel Juval, de zomerresidentie van de extreme bergbeklimmer Reinhold Messner, en ook deze burcht is zeker een bezoekje waard. Het complex verrijst op een uitstekende rotspunt boven de ingang van het dal het Schnalstal en stamt uit de middeleeuwen. In de loop der eeuwen werd het door de verschillende eigenaren telkens weer opnieuw verbouwd, tot het vanaf de 18e eeuw steeds minder, en later helemaal niet meer bewoond werd. Uiteindelijk begon het kasteel langzaam te veranderen in een ruïne. Reinhold Messner ontdekte de burcht en besloot meteen om hier zijn eerste Messner-Mountain-Museum in te richten. Verschillende binnen- en buitenruimtes bevatten Messners ‘avonturenbibliotheek’, zijn verzameling voorwerpen uit Tibet, een fototentoonstelling over de heilige bergen op de wereld, de maskerverzameling uit vijf continenten, de expeditiekelder, de tijdelijke tentoonstelling over Gesar Ling en de tantra-kamer. Een mooi contrast hiermee vormen de renaissance-fresco’s. Het museum is van eind maart tot begin november geopend, behalve in de maanden juli en augustus, als de extreme bergbeklimmer hier zelf zijn vakantie doorbrengt.
Een vakantie op de boerderij in Kastelbell-Tschars is een mooie gelegenheid om een kastelentocht te verbinden met een fraaie wandeling: Van kasteel Kastelbell voert een Waalweg (pad langs oud irrigatiekanaal) tot voorbij Juval, en wie zin heeft, plakt er meteen een uitstapje naar de ruïne Hochgalsaun aan vast.