De twee zilveren, wijd geopende poortvleugels in het wapen van Terlan staan niet alleen voor traditionele gastvrijheid en nieuwe ervaringen, ze zijn ook in geografisch en historisch opzicht symbolen. Terlan ligt direct voor de poorten van Bozen, 15 minuten met de auto verwijderd van de hoofstad van de regio. De zilveren kleur van de poort herinnert aan de geschiedenis van Terlan. Hier werd namelijk, vooral in de 15de eeuw, zilver gewonnen, waardoor Terlan al heel vroeg een rijke gemeente was. Ook de plaatsen Vilpian en Siebeneich die bij de gemeente horen, hebben de invloed hiervan ondergaan.

Wijn staat centraal

Het op één na oudste wijnhuis van Zuid-Tirol vind je in Terlan. Naast het wijnhuis in het hoofddorp zijn er ook verschillende kleinere wijn- en sektkelders in de gemeente. Dat het edele vocht een centrale rol speelt, valt ook op tijdens een wandeling door het dorp. Het Terlan Wijnpad begint direct bij de wijnkelder. In ongeveer twee uur voert de route door het lieflijke wijngaardlandschap in het hoger gelegen deel van het dorp, langs landhuizen en oude boerderijen. In het voor- en najaar worden wekelijks rondleidingen langs de themaroute aangeboden. Ook bij festiviteiten mag wijn natuurlijk niet ontbreken. Ter ere van de wijnpatroon St. Urban vindt in het dorpscentrum elk jaar op 25 mei de traditionele 'Urbansnacht' plaats.

Drie voor de prijs van één 

Wie in Terlan, Vilpian of Siebeneich in een vakantiewoning of kamer trekt, heeft het voordeel dat hij of zij ook de bezienswaardigheden van de andere twee plaatsen snel kan bereiken. In Terlan zelf gaat het daarbij vooral om de imposante parochiekerk (“Pfarrkirche’), waaraan de rijkdom van de zilverwinning tot op de dag van vandaag is te zien. En wie van de torenklok de tijd wil aflezen, moet heel goed opletten. In tegenstelling tot andere klokken, geeft de grote wijzer de uren aan en de kleine de minuten. Ook in andere opzichten heeft de Terlaner kerktoren een heel eigen karakter. Al snel na het einde van de bouw begon hij te buigen, tot hij in de 19de eeuw tien meter overhelde en opnieuw moest worden gebouwd.
Iets standvastiger, maar niet minder bezienswaardig, is de kasteelruïne Neuhaus, meteen boven Terlan, die met een vlot wandeltempo in een half uur kan worden bereikt. De klim wordt beloond met een blik op het totale Etschtal. De bezoeker kan zich hier voorstellen hoe de graaf van Tirol zich moet hebben gevoeld toen hij hier zijn totale bezit kon overzien. Een soortgelijk uitzichtpunt is de kasteelruïne Greifenstein, die volgens een oude legende ook wel ‘Sauschloss’ (varkensslot) werd genoemd. Het wandelpad naar Greifenstein begint in Siebeneich. 
Ook Vilpian, de derde plaats, is het beginpunt van een wandeling. In tien minuten bereikt men hiervandaan de 82 meter hoge ‘Untere Waterval’.